Sterilisatie en castratie

Redenen om een mannetjesfret te castreren zijn vooral de indringende lichaamsgeur, vervelend gedrag naar andere fretjes en geurvlaggen uitzetten. Castreren kan vanaf een leeftijd van 6-8 maanden. Castratie is een relatief simpele en veilige ingreep.

Een vrouwtjesfret wordt loops tegen het voorjaar na hun geboorte. De loopsheid gaat meestal niet vanzelf weg. Door de hoge hormoonspiegels (oestrogenen) loopt de fret een groot risico op beenmergdepressie, waardoor er geen rode bloedcellen meer worden aangemaakt. Hierdoor ontstaat er bloedarmoede, maar ook stollingsproblemen, en uiteindelijk zal het fret hieraan overlijden.

Er zijn voldoende (medische) redenen om de mannelijke en vrouwelijke fretten te laten castreren of steriliseren. Er zijn helaas ook wat nadelen. Sommige dieren ontwikkelen op oudere leeftijd bijniertumoren. Een alternatief voor castratie en tevens de therapie bij bijnierschorstumoren bestaat uit het onderhuids inbrengen van een hormonaal implantaat. Het implantaat zorgt ervoor dat er bij de mannetjes geen testosteron en bij de vrouwtjes geen oestrogeen meer wordt gevormd.  Het implantaat werkt echter maar een bepaalde periode, en zal dus herhaaldelijk moeten worden gegeven.